Leerstof aanbod groep 6
Groep 6 leerdoelen (periode tussen de voorjaarsvakantie en de meivakantie)
Rekendoelen blok 9
Breuken:
- Ik kan uitrekenen hoeveel een deel van een aantal is (sommen als 1/5 van 100)
- Ik kan het geheel berekenen als een deel ervan in een breuk en aantal gegeven is.
- Ik kan breuken plaatsen op de getallenlijn.Ik kan breuken vergelijken.
Vermenigvuldigen en delen:
- Ik kan vermenigvuldigen en delen met grote ronde getallen.
- Ik kan schattend vermenigvuldigen en delen met grote getallen.
Meetkunde bouwen:
- Ik kan blokkenbouwsels beschrijven d.m.v. aanzichten, plattegronden en oppervlakten.
Rekendoelen blok 10
Cijferen:
- Cijferend aftrekken met inwisselen.
- Kiezen tussen hoofdrekenen en cijferen.
Hoofdrekenen:
- Optellen en aftrekken met grote getallen.
- Optellen: splitsen , langs een rond getal , met te veel.
- Aftrekken : splitsen , aanvullen ,met teveel.
- Vermenigvuldigen en delen met grote getallen .
- Vermenigvuldigen: splitsen, met teveel en ombouwen.
- Delen: splitsen , met teveel.
Meetkunde: plattegronden:
- Lezen van plattegronden.
- Kaartlezen: lokaliseren met behulp van coördinaten.
- Kaartlezen: route volgen.
- Kaartlezen: meten van werkelijke afstanden met behulp van schaallijn.
Spellingdoelen blok 7
Week 1:
- Ik kan woorden met een open lettergreep in het midden correct schrijven.
- Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct vervoegen
Week 2:
- Ik kan woorden met een verdubbeling van medeklinkers correct schrijven.
Week 3:
- Ik kan woorden met een open lettergreep waarbij sprake is van een korte klank correct schrijven.
- Ik kan werkwoorden met de z/s wisseling in de tegenwoordige tijd correct schrijven.
Spellingdoelen blok 8
Week 1:
- Ik kan woorden met voorvoegsel be – ge – en ver- goed schrijven.
- Bijv . gebak – bezoek – verkeer.
- Ik kan werkwoorden met stam op t in de tegenwoordige tijd goed schrijven.
- Bijv. werkw. praten – Stam – ik praat –jij/hij/zij/u praat (stam)
Week 2:
- Ik kan woorden met i die klinkt als ie goed schrijven.
- Bijv. liter-file-piano
- Ik kan werkwoorden met stam op d in de tegenwoordige tijd goed schrijven.
- Bijv. hele werkw. vinden – ik vind ( stam ) – Jij /hij/ zij/ u /het/ vindt ( stam + t)
Week 3:
- Ik kan woorden met tie goed schrijven . Bijv. politie – vakantie- traditie.
- Ik kan woorden met stam op d of t in de tegenwoordige tijd goed schrijven.
Taaldoelen blok 7
Week 1:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden.
- Ik begrijp dat een persoonsvorm van een zelfde klankwerkwoord, waarvan de stam eindigt op d of t ,in de verleden tijd met dd of tt is.
- Ik kan van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken.
Week 2:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden
- Ik kan persoonlijke vnw. herkennen en benoemen in een zin.
- Ik kan een boekrecensie schrijven.
- Ik kan een woord in lettergrepen verdelen bij afbreking aan het einde van de regel.
Week 3:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden.
- Ik kan spreekwoorden en uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek
Taaldoelen blok 8
Week 1:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden.
- Ik weet dat een aantal zelfst. naamwoord geen enkelvoudsvorm of geen meervoudsvorm heeft.
- Ik weet wanneer het bijv. naamwoord een buigings -e krijgen.
Week 2:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden
- Ik kan de vaste plaats van het onderwerp en de pers. vorm benoemen in een vertel–en vraagzin.
- Ik kan een zakelijke brief schrijven met een klacht.
- Ik leer het verschijnsel pleonasme (overbodig woord) bijv. telefoneren / opbellen herkennen in woordgroepen.
Week 3:
- Ik leer de betekenis van de 12 thema woorden.
- Ik kan opzoeken welk lidwoord bij een zelfst. naamwoord hoort en wat het meervoud is.
- Ik kan rijm en ritme toepassen in een tekst: rap.